Topografie en GNSS

In deze module ontdekken de leerlingen het beroep van landmeter. Ze gaan in groepjes aan de slag met topografische toestellen waarmee gebouwen en wegen
opmeten. Deze ingemeten punten worden op papier uitgezet om zo een kaart te maken. Na het controleren van de gemeten punten worden deze met behulp van GPS gekoppeld aan een referentiekaart. Dit laat de leerlingen toe de nauwkeurigheid van hun metingen na te gaan.

Landmeter voor een (halve) dag

In het eerste deel van de module worden de leerlingen de basisprincipes van topografie en GPS bijgebracht. Er wordt hen getoond hoe ze een waterpastoestel moeten opstellen en gebruiken. Met deze kennis en het nodige materiaal trekken de leerlingen in kleine groepjes naar buiten om dde omgeving op te meten.

De verzamelde data wordt nadien manueel verwerkt tot een kaart. Hierbij is het belangrijk dat de leerlingen zo nauwkeurig mogelijk de opgemeten hoeken en afstanden uittekenen, rekening houdend met de juiste schaal. Wanneer deze kaart getekend is, wordt deze vergeleken met de kaart die de computer uittekent op basis van hun punten. Daarnaast laat de software ook toe om de meetfout op de ingemeten punten te analyseren.

Met behulp van zelf ingemeten GPS-punten worden nadien de kaarten van alle groepen gekoppeld aan een referentiekaart en aan elkaar. Dit laat de leerlingen toe hun eigen metingen in een ruimtelijke context te zien. Hierbij ondervinden de leerlingen zelf de beperkingen van eenvoudige GPS-toestellen en het belang van nauwkeurigheid bij het opmeten.

Wanneer de tijd het toelaat, wordt deze module afgesloten met het georefereren van een luchtfoto van de omgeving. Dit gebeurt in het gratis GIS-programma QGIS.

Aan de slag met

competenties

GeoMobiel is STEM!
Dit project integreert verschillende wetenschappen: geografie, wiskunde en fysica en vertrekt daarbij telkens van een specifieke technologische component. De leeractiviteiten van de modules sluiten bovendien perfect aan bij de onderzoekscompetenties die leerlingen moeten opbouwen.